Gabbeh

De Kashghai zijn de grootste en bekendste stam van Iran. Ze spreken een Turks dialect en men denkt dat ze in de 18e eeuw vanuit de Kaukasus naar hun huidige gebieden zijn gekomen, rond Shiraz in de provincie Fars in het zuiden van Iran. Hun strijdlustige houding heeft geleid tot conflicten met wisselende regeringen en andere stammen in het gebied. Zowel hun tapijten als de kleding van de vrouwen tonen duidelijk hun vaardigheden en liefde voor kleuren. Er bestaan veel substammen, waarvan de belangrijkste de Bilvedi, de Shishbouki, de Darashuri en de Kashkuli zijn. De Kashghai knopen talloze soorten tapijten, maar een karakteristiek product kan worden onderscheiden door de wollen constructie, de stevige ribbels op de achterkant, de sterke, diepe kleuren (vooral het rood), en door het gebruik van traditionele motieven zoals Harshang of de krab. De patronen zijn geometrisch, meestal met drie of vijf medaillons langs het midden van het tapijt of in het midden en de hoeken. Het hele veld is meestal bedekt met kleine geometrische motieven. Persepolis-motieven zijn vaak te vinden in de tapijten. De Kashghai zijn ook beroemd om hun oudere ambachten, zoals paardendekens, zadeltassen en touw. De producten van andere stammen, zoals de Kamseh en de Lori, worden vaak verward met die van de Kashghai.